Curaçao is geen bestemming om te ondergaan, het is een eiland om te verkennen. Natuurlijk, de zon schijnt (bijna) altijd en de stranden zijn tropisch. Maar daar stopt het niet. Onder de pastelkleurige laag ligt een rauwer, levendiger Curaçao. Wie van routes afwijkt, wordt beloond met kliffen, street art, snorkelplekken waar niemand komt en lokale eettentjes zonder wifi. Een vakantie naar Curaçao is dus geen standaard strandtrip – tenzij je dat ervan maakt.
Willemstad: verder dan fotogeniek
Willemstad is fotogeniek, ja. Maar achter de vrolijke gevels van Punda schuilt een stad met meer lagen. Ga naar Otrobanda en verdwaal bewust. Hier geen winkelketens, maar muurschilderingen op verlaten muren, kleine galerieën en ijskoude biertjes op stoepjes. In Scharloo vind je kunstcollectieven in historische panden. Overdag loop je hier tussen kunst, ’s avonds hoor je muziek uit open ramen. Het is een andere kant van het eiland – eerlijker, creatiever, echter.
Snorkelen bij wrakken en kliffen
Duiken is duur, snorkelen niet. En op Curaçao heb je daar ook niemand voor nodig. Bij Tugboat Beach ligt een oud schip op slechts een paar meter diepte. De bodem is hier vol leven en het water glashelder. Playa Lagun is nog zo’n plek: verscholen tussen kliffen, met trappen naar een kleine baai vol vissen. Playa Grandi staat bekend om de schildpadden, die hier tussen vissersboten blijven hangen in ruil voor restjes.
Met een auto naar het ruige westen
Wie Curaçao écht wil ervaren, huurt een auto. Niet voor de luxe, maar voor de vrijheid. Rijd de stad uit richting Westpunt. De wegen worden stiller, de natuur droger en de baaien ruiger. Shete Boka National Park is geen ‘leuk uitje’, het is pure natuurkracht. De zee knalt hier in grotten en over kliffen. Wandel langs de rotsen, voel het zout in de lucht en het stof op je schoenen. Geen filter nodig.
Beklim de Christoffelberg
Christoffel National Park is het grootste natuurgebied van het eiland. Hier kun je hiken, offroad rijden of rustig rondkijken. De highlight? De beklimming van de Christoffelberg. Het pad is steil en rotsachtig, de klim duurt ongeveer 1 tot 1,5 uur. Begin vroeg (voor 10:00 uur), want daarna is het te warm – en het uitzicht vanaf de top is de zweetdruppels meer dan waard. Je kijkt uit over het hele eiland, de Caribische Zee én Venezuela bij helder weer.
Eten zonder menukaart
Toeristen eten in de hotels. Reizigers gaan naar Plasa Bieu, een overdekte markthal in het centrum waar je voor een paar gulden geitenstoof, bonensoep of gebakken vis krijgt. Geen bordpresentatie, wel smaak. Langs de weg staan auto’s die pastechi verkopen – warme deeghapjes gevuld met kaas, kip of vis. Vraag niet wat erin zit. Proef gewoon.
Beste reistijd voor Curaçao
Het hele jaar door is Curaçao zonnig, maar de beste reistijd is tussen januari en juni. Dan is het iets droger en minder benauwd. Ideaal voor actieve reizigers die veel willen ondernemen.
Curaçao heeft resorts, ja. Maar daar speelt het avontuur zich niet af. Wie de route zelf bepaalt, ziet het eiland zoals het leeft: rommelig, kleurrijk, uitgesproken. En juist daardoor onvergetelijk.